Op dit ogenblik huilt mijn hart.
De allereerste berichten van de eerste uren melden 6 doden, 1 dijk doorgebroken over 2 kilometer, een andere dijk doorgebroken over 8 kilometer. En dan is de orkaan nog maar net aan land. Het is verschrikkelijk.
In de Golf van Bengalen is het orkaanseizoen net begonnen. Ze zijn orkanen gewend. En hoewel het straatarme Bangladesh niet het geld heeft om zich goed te verdedigen tegen orkanen, hebben ze er mee leren omgaan.
De meeste mensen in Bangladesh zijn arm, straatarm. Hun golfplaten en lemen hutjes zullen niet bestand zijn tegen superorkaan Amphan en moeten als verloren worden beschouwd. Hetzelfde geldt voor de oogsten: de regen en de zee zullen die bedelven onder overstromingen.
Ze hebben geleerd dat ze hun inventaris in de grond kunnen begraven, zodat ze die weer terugvinden na de overstromingen. De mensen en hun levende dieren zoeken bescherming in zogenaamde shelters: betonnen gebouwen die op hoge palen staan. De gebouwen blijven staan in de wind, en de hoge palen beschermen tegen de overstromingen. Normaliter is na een paar dagen het water weer gezakt. En dan beginnen de mensen opnieuw, letterlijk van de grond af aan.
Maar we zitten nu in een wereldwijde coronacrisis. Met honderden, soms duizenden mensen schuilen in een shelter, met zeer beperkte sanitaire voorzieningen, is dan misschien wel net zo levensgevaarlijk als buiten die shelters. De mensen moeten kiezen tussen twee kwaden.
Op dit ogenblik kijken we of we onze partnerorganisatie in Bangladesh kunnen helpen met het regelen van noodhulp voor als de orkaan is overgetrokken, maar de mensen nog steeds in shelters zitten.
Maar mijn hart huilt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten