
Het begint met de warmte en vochtigheid die op je valt, als
je de deur van het vliegveld uit loopt. De airco is weg, en bijna onmiddellijk
plakken je kleren aan je lijf en moet je je tempo halveren om niet oververhit
te raken.
Ook de geur is bekend. Ondanks de zweem van zoetigheid,
baklucht en kruiden is het niet echt een aangename geur. Maar ondanks de
onmiskenbare bijmenging van de lucht van bezwete mensen en rottend afval is het
ook geen vieze geur. Het is gewoon zoals het is in Bangladesh.
De krachtigste aanjager van onze herinneringen is toch wel
de drukte. Overal mensen! Het gebied waar de mensen die aankomen worden
opgehaald, mag je alleen na betaling betreden. Ondanks die barrière staan de
auto’s drie rijen dik op een tweebaans oprit, en gaat alles natuurlijk veel
langzamer doordat iedereen zich er tussen wil wurmen. Achter de hekken staat
een nog grotere menigte mensen te wachten, met daartussen de onvermijdelijke
kraampjes met etenswaren voor de wachtenden.

De drukte zet zich voort op de weg, waar we slalommend,
toeterend, en met veel remmen en optrekken ons een weg banen naar ons
logeeradres.
Maar het echte feest van herkenning is het ontmoeten van de
mensen. Hier in Bangladesh hebben wij in de afgelopen jaren veel mensen
ontmoet. Veel mensen hier hebben in de afgelopen jaren dat wij kampten met onze
gezondheid aan ons gedacht en met ons meegeleefd. En veel mensen zijn nu blij
om ons weer terug te zien, in goede gezondheid. De gebruikelijke Bengaalse
vriendelijkheid en gastvrijheid, is nu doordrenkt met vriendschap en vreugde.
We krijgen brede glimlachen, uitgestoken handen om te schudden, en de nodige
knuffels. “Ja, het gaat goed met onze gezondheid” zullen we in de eerste 24 uur
vele malen zeggen.
We kijken elkaar aan en we weten weer hoe het zat:
we houden van Bangladesh, maar we houden vooral van de
mensen van Bangladesh.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten