Hoog tijd voor een huis tuin en keukenblogje. Met de laptop
op schoot zit ik (Corry) op ons balkon in ons guesthouse in Dinajpur. Het balkon
is een beetje ienieminie. Maar het is nu buiten lekkerder dan binnen, omdat er
een beetje wind staat. Ik zit zo wat tussen mijn net opgehangen was van
handdoeken en onderbroeken. Gewassen met Biotex (overgebleven rest van Wendy) en met lauwwarm water. Geen geiser of
HR ketel hier. Gewoon 2 grote, zwarte watervaten op het dak, opgewarmd door
pure zonne-energie. Dus eigenlijk geeft het best wel een beetje een schoon
gevoel.
M’n buurvrouw die hierachter woont was ook bezig met haar was ophangen. Ik had bijna de neiging om te roepen: Hai buuf, lekker hè, dat windje voor de was. Maar ik weet niet of ze dat op prijs had gesteld en mijn Bangla is ook nog niet goed genoeg voor een gezellig buurvrouwenbabbeltje. Wij verblijven hier in een soort van stenen woonhuis en zij woont in haar krottenhuisje. Ons uitzicht is namelijk op een kleine krottenwijk.
We logeren op allerlei verschillende plekken en elke keer weer in een ander soort accommodatie. In Dhaka op het hoofdkantoor wel airco gehad. En ook in Nilphamary waar we logeerden in het guesthouse van de Leprosy Mission. Echter de airco niet veel gebruikt, want anders is de overgang elke keer zo groot. Verder hebben we alleen een ventilator ter verkoeling. Als de stroom het tenminste doet. Je kunt zo maar uren zonder zitten. Hoort helemaal bij het leven hier! En ja, dan is het even extra puffen. We slapen niet zo geweldig met die hitte en je merkt ook wel aan je lijf dat het extra veel energie vergt. Op tijd naar bed dus!
Hygiëne is hier duidelijk van een andere soort. Tijdens de training die we geven komen komt hygiëne regelmatig aan de orde. Ook Bacteriën en hoe die zich vermenigvuldigen, komt uitvoerig aan de orde. De Bengaalse cultuur is er een van aanraken, althans tussen mensen van hetzelfde geslacht. Bij het uitreiken van de certificaten na afloop van de trainingsdagen wordt er spontaan geknuffeld en nu wordt er regelmatig in koor geroepen: pas op de Bacteriën! Vette pret geeft dit.
Koken hoeven we hier niet. Er is iemand die ter plekke voor
ons kookt of het eten komt ergens uit het dorp vandaan. Een soort van cateraar
dus. Hoe de keuken er daar uitziet willen we niet eens weten. Geen gasfornuis
of koelkast. Een gat in de grond waarin een vuurtje van hout. Ze zijn dan ook
uren bezig met het bereiden van de maaltijden. Eén ding is zeker, het eten is
supervers. De kip die om 13.00 u bij de lunch op ons bord ligt, liep om 11.00
uur nog rond op z’n 2 poten. Klinkt zielig maar voor onze gezondheid wel beter.
Het is nauwelijks te begrijpen dat we met temperaturen van 40 graden en geen
koelkast of vriezer en primitieve kookfaciliteiten tot nu toe geen last hebben
gehad van voedselvergiftiging. Hulde aan de diverse koks dus!!!!
We eten hier 2-3x per dag warm eten. Bengalen zijn verzot op rijst. Dus bij de lunch en avondeten altijd rijst met Dhal (saus van Linzen). Ik heb aangegeven groente heel lekker te vinden en dat is er meestal volop. Allerlei groente is hier te koop. Soorten waarvan ik de naam niet weet, maar wat erg lekker is. Je eet hier overigens allerlei groentes door elkaar gehusseld. Dus niet alleen maar 1 soort. Wel 5 tot meer soorten worden er door elkaar gehusseld. Ons ontbijt is afhankelijk van de plek waar we logeren. Deze reis wat meer getoast casinobrood (gebakken in olie) met jam. Bijna altijd een gebakken eitje. Chapatti (soort pannekoekje van deeg) krijgen we ook regelmatig. Dit wordt gegeten met een mix van warme groente. Ik kan niet anders zeggen dan dat we over het eten helemaal geen klagen hebben.
M’n buurvrouw die hierachter woont was ook bezig met haar was ophangen. Ik had bijna de neiging om te roepen: Hai buuf, lekker hè, dat windje voor de was. Maar ik weet niet of ze dat op prijs had gesteld en mijn Bangla is ook nog niet goed genoeg voor een gezellig buurvrouwenbabbeltje. Wij verblijven hier in een soort van stenen woonhuis en zij woont in haar krottenhuisje. Ons uitzicht is namelijk op een kleine krottenwijk.
De was voelt schoner dan m’n lijf. Door de enorme hoge
temperatuur (vandaag weer 40 graden) kun je douchen wat je wilt, het helpt
niets. Na 5 minuten loopt het zweet weer in straaltjes van je lijf. Gezien de
muggen moet je flink smeren met DEET (en dan nog wordt je geprikt) dus dat
draagt ook niet bij aan een schoon
gevoel. We douchen minimaal 2x per dag. Onze voeten krijgen vaker een beurtje.
Schoenen of slippers blijven namelijk altijd buiten. Dus als je ergens binnen loopt,
huis, school of kerk, dan loop je op blote voeten.
Hier in Bangladesh gelden heel andere regels over “schoon”.
Of beter gezegd: er zijn geen regels of manieren om je huis schoon te houden.
De meeste Bengalen hebben een piepklein huis en leven buiten. Afval wordt
gewoon op straat gegooid. De Bengalen in onze buurt hebben ook zeker de neiging
om alles maar neer te gooien, maar we proberen ze een beetje op te voeden. We zeggen
ze dat ze hun land hierdoor vies maken, dat het niet goed is voor hun
gezondheid en uiteraard proberen we zelf een goed voorbeeld te zijn. We rapen
op wat zij neergooien en dan beseffen ze opeens weer: oh ja, niet doen.
We logeren op allerlei verschillende plekken en elke keer weer in een ander soort accommodatie. In Dhaka op het hoofdkantoor wel airco gehad. En ook in Nilphamary waar we logeerden in het guesthouse van de Leprosy Mission. Echter de airco niet veel gebruikt, want anders is de overgang elke keer zo groot. Verder hebben we alleen een ventilator ter verkoeling. Als de stroom het tenminste doet. Je kunt zo maar uren zonder zitten. Hoort helemaal bij het leven hier! En ja, dan is het even extra puffen. We slapen niet zo geweldig met die hitte en je merkt ook wel aan je lijf dat het extra veel energie vergt. Op tijd naar bed dus!
Hygiëne is hier duidelijk van een andere soort. Tijdens de training die we geven komen komt hygiëne regelmatig aan de orde. Ook Bacteriën en hoe die zich vermenigvuldigen, komt uitvoerig aan de orde. De Bengaalse cultuur is er een van aanraken, althans tussen mensen van hetzelfde geslacht. Bij het uitreiken van de certificaten na afloop van de trainingsdagen wordt er spontaan geknuffeld en nu wordt er regelmatig in koor geroepen: pas op de Bacteriën! Vette pret geeft dit.
Afwassen is hier gewoon afspoelen onder de pomp. Vervolgens
leg je de spullen nat neer want het droogt vanzelf. Op diverse plekken waar we
logeren leggen we uit dat Bacteriën van ‘nat’ houden en zich daardoor vermenigvuldigen.
Wij maken ons bord, glas of kopje altijd eerst schoon met een tissue. Niemand
is hierover beledigd. Ze weten dat wij ziek kunnen worden van het gewone water.
Velen maken nu echter ook eerst hun bordje en beker schoon.
We eten hier 2-3x per dag warm eten. Bengalen zijn verzot op rijst. Dus bij de lunch en avondeten altijd rijst met Dhal (saus van Linzen). Ik heb aangegeven groente heel lekker te vinden en dat is er meestal volop. Allerlei groente is hier te koop. Soorten waarvan ik de naam niet weet, maar wat erg lekker is. Je eet hier overigens allerlei groentes door elkaar gehusseld. Dus niet alleen maar 1 soort. Wel 5 tot meer soorten worden er door elkaar gehusseld. Ons ontbijt is afhankelijk van de plek waar we logeren. Deze reis wat meer getoast casinobrood (gebakken in olie) met jam. Bijna altijd een gebakken eitje. Chapatti (soort pannekoekje van deeg) krijgen we ook regelmatig. Dit wordt gegeten met een mix van warme groente. Ik kan niet anders zeggen dan dat we over het eten helemaal geen klagen hebben.
Er wordt echt heel goed voor ons gezorgd. Er staat veel fruit
op de tafel zoals appels, druiven en heel vaak bananen (en die zijn hier 100x
lekkerder dan in Nederland). Er hangen volop Mango’s aan de bomen en ook lychees.
We proberen ze rijp te kijken maar moeten nog even geduld hebben. Vandaag
hebben onze medewerkers ergens rijpe mango’s kunnen kopen. Nog niet erg zoet
maar het begin is er. En zo lief dat ze proberen om ze voor ons te pakken te
krijgen. Onze chauffeur stopte vandaag plotseling tijdens het rijden, omdat hij
een lycheeplantage zag en ging spontaan vragen of ze rijpe voor ons hadden.
Over 1 week zijn ze rijp maar dan zijn wij al in het zuiden van Bangladesh.
Hopelijk zijn er ook daar van die heerlijke fruitbomen. In het hoogseizoen van de Mango’s (in juni
dus) kosten ze 50 taka=50 eurocent per kilo!
De leefomstandigheden zijn hier zo anders dan in Nederland
maar op de één of andere manier kunnen we ons heel goed redden hier. Natuurlijk
zouden er wat minder insecten mogen zijn, kakkerlakken, ratten en ander
ongedierte en wil je ze al helemaal niet
binnen in je klamboe hebben (jakkes) maar ook dat hoort erbij.
We houden van dit land en de mensen en nemen daarmee graag
de ongemakken op de koop toe. Het is niet onder woorden te brengen wat het met
je doet om zo direct betrokken te zijn bij het dagelijkse leven van de vele
mensen hier. We zijn veel onderweg en kunnen geen genoeg krijgen van de
eindeloze rijstvelden, maïsvelden, fruitbomen en de vele kleurrijke mensen
hier.
We zijn net over de helft van ons verblijf hier. Dus we
kunnen nog een poosje genieten en met hetgeen wij te bieden hebben de mensen
hier ten dienste zijn.
Lieve mensen,
BeantwoordenVerwijderenMooi om te lezen! Natuurlijk ook heerlijk gegeten in TLM guesthouse. Zeker als de kok vis voor jullie had klaargemaakt! Weer wat anders dan kip.
Ik ga over 3 weken volop van de mangos' genieten, maar daar zullen jullie dan ook nog ruim van genieten voor vertrek! Veel zegen nog op dit mooie werk... en het wordt nog warmer en warmer..WIM