woensdag 30 mei 2012

Baksheesh: aalmoes, fooi, smeergeld

Eindelijk zijn ze er.
We hadden 30.000 tandenborstels besteld in China en die waren 6 weken geleden al aangekomen in Bangladesh. Even nog wat papierwerk bij de douane, en dan zouden ze bij het hoofdkantoor van BNM in Dhaka worden afgeleverd. We hadden er geen idee van, dat dat zo lang zou duren, en zo veel energie zou kosten. Zes weken lang is onze contactpersoon bij BNM er vrijwel dagelijks mee bezig geweest om de tandenborstels ook daadwerkelijk te ontvangen.

Als eerste vertelde de douane dat de papieren niet in orde waren. De tandenborstels moesten officieel, commercieel worden ingevoerd. Dat was niet terecht. Een gift aan een hulpverleningsorganisatie (wat BNM is) hoeft niet te worden ingevoerd. Toen we na twee weken zo ver waren, dat we vanuit Stichting Changing Lives besloten om toch maar invoerrechten te betalen, was dat niet meer nodig. Maar BNM moest nog wel aantonen dat ze een hulpverleningsorganisatie is. Allerlei papieren gingen heen en weer. Onze contactpersoon moest herhaaldelijk op het douanekantoor verschijnen. En de douane verscheen ook op het kantoor van BNM.

Geleidelijk aan werd mij duidelijk, wat ze hier op het BNM kantoor waarschijnlijk al wisten, maar niet gezegd hadden. Er werd wat smeergeld verwacht. En BNM doet daar niet aan mee. Daarom verdween onze aanvraag steeds weer naar de onderkant van de stapel en kwamen ze met steeds meer aanvullende eisen.

Bangladesh is overwegend een moslimland. In de moslimcultuur (en in veel andere culturen) is het normaal als een rijker persoon zijn rijkdom deelt. Door geld weg te geven aan de armen. Zonder dat je er wat voor terug verwacht. In Nederland doen we dat via goede doelen organisaties. In Bangladesh kan je persoonlijk geven aan bedelaars. Baksheesh geven heet dat.

Als iemand voor je werkt en extra service verleent, iets doet wat buiten het gewone uit gaat, kan je er voor kiezen hem een fooi te geven. Wij merken daar in Bangladesh niet zo veel van, omdat wij zelf nauwelijks geld uitgeven. Onze uitgaven worden door BNM voorgeschoten. Maar een fooi geven schijnt in de wat duurdere restaurants wel gebruikelijk te zijn. Baksheesh geven heet dat.

De uitwas hiervan is dat mensen hun gewone werk niet meer doen, tenzij ze je wat betaalt. Ze verwachten geld voor de service die ze nog moeten gaan verlenen, en waar ze eigenlijk al voor betaald worden. In Nederland noemen we dat smeergeld betalen. Hier heet dat baksheesh geven.

Mede omdat wij zelf nauwelijks contant geld uitgeven tijdens ons verblijf in Bangladesh, hebben wij weinig gemerkt van corruptie. Corruptie schijnt wel wijd verbreid te zijn, maar verschijnt natuurlijk niet in het openbaar. Wel zie ik af en toe advertenties van de overheid met de oproep om corruptie te bestrijden.
Maar als je je realiseert, dat de Bengalen hetzelfde woord gebruiken voor aalmoes, fooi en smeergeld. En hoe zeer aalmoezen en fooien bij de cultuur horen. Dan realiseer je je pas, hoe diep corruptie in de cultuur ingeworteld moet zijn.

Na het laatste bezoek van onze contactpersoon aan het douanekantoor zijn de tandenborstels vrij gegeven. De aanhouder wint, zullen we maar zeggen. Wij voelden ons bezwaard dat we hem zo veel werk hadden bezorgd, maar hij wuifde dat weg: We hebben allemaal onze eigen taak in deze wereld, en we hebben allemaal hetzelfde doel, vond hij. We zijn blij dat we samenwerken met een organisatie die corruptie probeert tegen te gaan.

Wij vinden de veldwerkers van BNM nogal proceduregericht. Ze weten wel wat ze moeten doen, maar nauwelijks wat hun resultaten zijn. Tijdens onze trainingen probeerden we de deelnemers meer resultaatgericht te laten denken. Met als voorbeeld dat de procedure wel goed kan zijn, maar het resultaat toch niet. Nu merken we aan den lijve dat het omgekeerde ook waar kan zijn. Resultaat en procedure, beide moeten goed zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten