Gisteren was ik (Han) voor het eerst beledigd door een titel die ik kreeg.
In Bangladesh is het heel normaal om een ander als familielid aan de spreken, meestal als Dada (oudere broer) of Didi (oudere zus). Die termen worden gebruikt zoals wij meneer en mevrouw gebruiken. Aangeven dat je iemand als oudere ziet, is een teken van respect.
Iemand bij zijn naam noemen wijst op een persoonlijke relatie, of dat je in positie hoger staat dan de ander. Of je noemt er een titel bij.
In Bangladesh is er duidelijk sprake van rangen en standen. Aan de onderlinge omgang kan je snel zien, wie een hogere positie heeft, en wie een lagere.
Als buitenlandse gast, oudste in leeftijd en degenen die training geven, zijn wij met afstand de hoogste in rang. Dada en Didi voldoen dan niet meer. Ons zo aanspreken zou in hun ogen een belediging zijn, omdat dat onvoldoende verschil aan geeft. Door een generatieverschil aan te geven, tonen ze extra rescpect. De meeste mensen die we tegenkomen vermijden het om ons met een titel aan te spreken. Maar sommigen hebben er wat op gevonden. Ze spreken ons aan met Sir en Ma'am of Uncle en Auntie. Corry krijgt van sommigen de titel Mother, ik ben dan Dokter Han.
Het leuke van onze rol is dat we dwars door alle rangen en standen heen kunnen walsen. Wij kunnen de districtsleider bij zijn naam aanspreken, maar kunnen ook zo maar de keuken binnenlopen en een praatje maken met de kok. We hebben door de trainingen die we geven direct persoonlijk contact met zowel regionale leiders, als met de mensen die het werk in het veld uitvoeren. En dat doen we ook. Daar genieten we van, en de mensen met wie we contact maken ook.
Vooral de mensen die onderaan in de organisatie staan stellen dit zeer op prijs, en ze zijn merkbaar erg blij met onze persoonlijke aandacht. Voor hen zijn westerlingen totaal onbekend, of hooguit mensen die een paar uur komen kijken, praten met de bobo's, en dan weer weggaan.
Maar ook de mensen hoger in de organisatie zien ons gedrag. En ook zij spreken hun waardering er voor uit. Ze vinden het bijzonder, en goed wat we doen. Op de een of andere manier zouden zij dat ook wel willen, maar zij zitten meer vast in hun eigen cultuur.
Onze vertaler spreekt ons aan met Mother en Father. Gisteren reed het dochtertje van de districtsleider (12 jaar) met ons mee in de auto. Voor haar was onze vertaler al Uncle. En dat maakte mij tot.... Grandpa.
Hoewel het verschil van twee generaties een duidelijk teken van respect liet zien, was ik (nog) niet blij met de titel Grandpa. Voor Nederlanders is het een belediging om iemand een generatie te oud te schatten, in Bangladesh is het een teken van respect. Even heb ik er nog even over nagedacht, maar toen heb ik toch maar verteld dat ik meer prijs stelde op de titel Uncle.
Ik word echt oud....
In Bangladesh is het heel normaal om een ander als familielid aan de spreken, meestal als Dada (oudere broer) of Didi (oudere zus). Die termen worden gebruikt zoals wij meneer en mevrouw gebruiken. Aangeven dat je iemand als oudere ziet, is een teken van respect.
Iemand bij zijn naam noemen wijst op een persoonlijke relatie, of dat je in positie hoger staat dan de ander. Of je noemt er een titel bij.
In Bangladesh is er duidelijk sprake van rangen en standen. Aan de onderlinge omgang kan je snel zien, wie een hogere positie heeft, en wie een lagere.
Als buitenlandse gast, oudste in leeftijd en degenen die training geven, zijn wij met afstand de hoogste in rang. Dada en Didi voldoen dan niet meer. Ons zo aanspreken zou in hun ogen een belediging zijn, omdat dat onvoldoende verschil aan geeft. Door een generatieverschil aan te geven, tonen ze extra rescpect. De meeste mensen die we tegenkomen vermijden het om ons met een titel aan te spreken. Maar sommigen hebben er wat op gevonden. Ze spreken ons aan met Sir en Ma'am of Uncle en Auntie. Corry krijgt van sommigen de titel Mother, ik ben dan Dokter Han.
Het leuke van onze rol is dat we dwars door alle rangen en standen heen kunnen walsen. Wij kunnen de districtsleider bij zijn naam aanspreken, maar kunnen ook zo maar de keuken binnenlopen en een praatje maken met de kok. We hebben door de trainingen die we geven direct persoonlijk contact met zowel regionale leiders, als met de mensen die het werk in het veld uitvoeren. En dat doen we ook. Daar genieten we van, en de mensen met wie we contact maken ook.
Vooral de mensen die onderaan in de organisatie staan stellen dit zeer op prijs, en ze zijn merkbaar erg blij met onze persoonlijke aandacht. Voor hen zijn westerlingen totaal onbekend, of hooguit mensen die een paar uur komen kijken, praten met de bobo's, en dan weer weggaan.
Maar ook de mensen hoger in de organisatie zien ons gedrag. En ook zij spreken hun waardering er voor uit. Ze vinden het bijzonder, en goed wat we doen. Op de een of andere manier zouden zij dat ook wel willen, maar zij zitten meer vast in hun eigen cultuur.
Onze vertaler spreekt ons aan met Mother en Father. Gisteren reed het dochtertje van de districtsleider (12 jaar) met ons mee in de auto. Voor haar was onze vertaler al Uncle. En dat maakte mij tot.... Grandpa.
Hoewel het verschil van twee generaties een duidelijk teken van respect liet zien, was ik (nog) niet blij met de titel Grandpa. Voor Nederlanders is het een belediging om iemand een generatie te oud te schatten, in Bangladesh is het een teken van respect. Even heb ik er nog even over nagedacht, maar toen heb ik toch maar verteld dat ik meer prijs stelde op de titel Uncle.
Ik word echt oud....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten